Wanneer welke uitgang?
- iën (bacterie - bacteriën)
als de klemtoon aan het begin of in het midden van het woord ligt.
Bijvoorbeeld: olie – oliën

- ieën (melodie - melodieën)
als de klemtoon aan het eind van het woord ligt.
Bijvoorbeeld: fantasie – fantasieën
kopie – kopieën
industrie – industrieën-
‘s (hobby – hobby’s)
als het woord eindigt een van de volgende klinkers: -a, -i, - o, -u, -y.
Bijvoorbeeld: taxi – taxi’s
foto-foto’s
paraplu – paraplu’s

Wat is een klemtoon?
Als je een woord uitspreekt, is er altijd een gedeelte in dat woord dat je iets harder uitspreekt. Een ander woord hiervoor is 'de klemtoon ergens op leggen'. Dus als je bijvoorbeeld denkt aan het woordje bacterie en je spreekt dit woordje hardop uit, dan kan je horen dat de klemtoon in het midden van het woord ligt, namelijk op de letters 'te' (bacterie). Bij het woordje porie, ligt de klemtoon aan het begin, namelijk op de letters 'po' (porie).

--> Als de klemtoon van een woord aan het begin of in het midden staat, dan krijg je de uitgang -iën (je hoeft dus alleen maar puntjes op de laatste letter van het woord te zetten en een n erachter zetten).

Bij een ander woordje, zoals het woordje categorie, ligt de klemtoon aan het einde van het woord, namelijk op de letters 'rie' (categorie).

--> Als de klemtoon van een woord aan het eind staat, dan krijg je de uitgang -ieën (je zet dus een ë en een n achter het woord).

Je hebt ook woorden die eindigen op de volgende klinkers:
-a, -i, - o, -u, -y.
Denk bijvoorbeeld aan de woorden:
oma, taxi, auto, paraplu en hobby.
Deze woorden krijgen in het meervoud 's erachter. Dus: oma'staxi'sauto'sparaplu'shobby's

Probeer nu samen de volgende oefeningen te maken:

Oefening 1: Geef het stukje waar de klemtoon van deze woorden ligt een leuke kleur.
1. therapie
2. porie
3. melodie
4. olie
5. knie
6. allergie
7. fantasie
8. kopie
9. industrie
10. theorie

Schrijf hieronder de meervoudsvormen van de woorden op:
1. therapieën
2. porieën
3. melodieën
4. oliën
5. knieën
6. allergieën
7. fantasieën
8. kopieën
9. industrieën
10. theorieën

Oefening 2: schrijf van de volgende woorden de meervoudsvorm erachter (let op: woorden kunnen ook eindigen op -en of -s)
1. tosti - tosti's
2. opa - opa's
3. fout - fouten
4. risico - risico's
5. viool - violen
6. stoel - stoeren
7. vijver - vijver's
8. tekst - teksten
9. bikini - bikinies
10. drie - drieën
11. computer - computer's
12. baby - baby's
13. radio - radio's
14. allergie - allergieën
15. komma -komma's